Een geslaagde bergwandeling of huttentocht begint met een goede voorbereiding. Hierbij is het samenstellen van goede uitrusting essentieel. Een paklijst met tips vind je hier, maar kan per bergwandeling of huttentocht sterk verschillen. Wat heb je eigenlijk nodig voor een huttentocht? Welk formaat rugzak is het meest geschikt? Etc… Het is dus zaak je goed voor te bereiden en voor vertrek goed over deze zaken na te denken. En je paklijst goed in de gaten te houden, want naar regio en lengte van de tocht worden de benodigdheden gekozen, en natuurlijk spelen ook de persoonlijke voorkeuren een belangrijke rol.

2016-07-28 10.25.33-small

Toch zijn er een paar fundamentele onderdelen van de uitrusting die bij vrijwel iedere bergwandeling of huttentocht van belang zijn. Essentieel zijn goede bergschoenen, een gedetailleerde wandelkaart, een degelijke rugzak, kleding voor vier seizoenen, een EHBO-set, voldoende drinken en voldoende snacks voor onderweg.

Basis benodigdheden:

Goed materiaal is het halve werk, dat geldt ook voor een goede voorbereiding. Heb je nog nooit gewandeld in de bergen? Probeer het eerst eens uit, zonder meteen een vermogen uit te geven aan prachtige maar peperdure artikelen.
Berg-/wandelschoenen
Een belangrijke, veelal eerste aanschaf is de berg-/wandelschoen. Ga naar een goede

buitensportwinkel en laat je informeren over het nut van een goede zool en een goed om de enkel sluitende schoen. Kies de schoen uit de juiste categorie” onder A vallen de lichte wandelschoenen, onder D de zware schoenen voor alpiene tochten op bijvoorbeeld de gletsjer. Voor een wandeling in de bergen of een huttentocht zou je een hoge bergschoen moeten hebben van categorie B of C. Deze hebben een goede profielzool en geven vooral rond de hiel en enkels veel stabiliteit. Leer is beter dan goretex: het is steviger, even waterafstotend en minder broeierig. Neem de tijd om te passen en te vergelijken.

Pas je Berg-/wandelschoenen met de wandelsokken die je draagt tijdens het wandelen. Wanneer je geen sokken hebt meegenomen: vraag dan aan de verkoper een paar wandelsokken. Goede buitensport zaken hebben altijd sokken beschikbaar voor het passen. Loop je Berg-/wandelschoenen van tevoren in.

Rugzak
Voor een dagtocht volstaat een dagrugzak met een inhoud van 35-40 liter. Koop geen te kleine rugzak, want er moet altijd meer mee dan je denkt: eten/drinken, een regenjas, camera, kaarten en wandelgidsjes. En als het warm wordt, moet ook de trui of vest er nog in die je ’s ochtends aan had.

Wie een trekking maakt, heeft uiteraard een grotere rugzak nodig. Met een huttentocht is een inhoud van 45-55 liter voldoende. Bij een kampeertrektocht is dat 60-70 liter. Mannen dragen meestal een grotere rugzak dan vrouwen.

Koop een rugzak die ook weer niet té groot is. En een goede rugzak steunt vooral op de heupen. De ervaring leert dat de zak altijd wordt volgestouwd. En dat moet je onderweg bezuren. Maar vooraf een goede selectie van wat wel en niet mee moet worden genomen.

Sommige rugzakken hebben standaard een regenhoes in zich verwerkt. Is dit niet het geval, koop er dan een regenhoes voor over de rugzak bij. Niets is vervelender als alle spullen in de rugzak nat worden tijdens het lopen door de regen.

Kleding
Bergsportkleding moet in de eerste plaats functioneel en duurzaam zijn, let bij je kledingkeuze op de volgende criteria: Het moet sneldrogend zijn, ademend, een goede bewegingsvrijheid hebben, elastisch zijn en comfortabel zittenen, een goede bescherming bieden tegen kou, wind, regen en sneeuw.

Ik adviseer je om meerdere dunne lagen kleding mee te nemen in plaats van één dikke. Op deze manier kan je makkelijker je lichaamstemperatuur reguleren.Dit zogeheten ‘meerlagen-systeem’ heeft bewezen het meest efficiënt te zijn:.
– Een onderlaag die het transpiratievocht afvoert en de huid droog houdt;
– Daaroverheen één of meerdere isolatielagen die sneldrogend en ventilerend zijn om je warm te houden;
– En tot slot een buitenlaag die beschermt tegen wind en regen.

drielagensysyeem

Het ‘meerlagen-systeem’ beschermt tegen koude. Bovendien kan eenvoudig een laagje worden uitgetrokken wanneer het warmer wordt. Het eerste laagje zit direct op de huid: een hemdje dat transpiratievocht afgeeft aan de volgende laag. Zo blijft de rug altijd droog. De tweede laag bestaat uit een isolerende tussenlaag. Afhankelijk van het klimaat en het seizoen is dat een shirt, bloes of fleece. De derde, buitenste laag – bij voorkeur wind- en waterdicht – is de (goretex)jas en/of regenkleding.

  • Thermokleding: De onderlaag bestaat uit ‘hightech’ thermokleding. Een tweede thermoshirt is nuttig bij grote kou, of om aan te trekken na een tocht.
  • Fleecetrui: De tweede laag zorgt voor warmte en isolatie en bestaat uit één of twee dunne fleecetruien. Winddicht fleece (windstopper) is prijziger en minder ademend dan gewoon fleece, maar wel goed winddicht als je geen jas draagt.
  • Broek: Draag een ruim zittende broek waarin je je goed kunt bewegen, bij voorkeur van een sneldrogende stof (softshell). Een broek met afritsbare pijpen is ook aan te bevelen, omdat je dan zowel in korte broek kan lopen bij warm weer, als in lange broek bij kouder weer. Een bergbroek moet winddicht zijn en snel drogen, en is daarom het beste gemaakt van kunstvezel, eventueel in combinatie met katoen (meer comfort). Stretchmateriaal is prettig voor meer bewegingsvrijheid, versterkingen aan knieën en zitvlak verlengen de levensduur.
  • Jas: De buitenste laag moet goed wind- en waterdicht zijn en bij voorkeur robuust. Inmiddels zijn er zo veel materialen op de markt dat je door de bomen het bos niet meer ziet. Laat je voorlichten in een buitensportwinkel. Goretex staat bekend vanwege zijn ademende werking. Transpiratievocht wordt door deze stof naar buiten afgevoerd, terwijl regendruppels niet naar binnen kunnen dringen. Wanneer je doorgaans wandelt in een winddicht fleecejack en je een jas alleen nodig hebt als het harder gaat regenen, is het de moeite waard een zo licht mogelijk outdoor jas te kopen. Een goede regenjas hoeft overigens geen vermogen te kosten. Hoe vaak heb je het immers echt nodig? Koop zo’n dure goretex jas alleen wanneer je deze regelmatig zult gebruiken.
  • Wandelsokken: Speciale wandelsokken zorgen ervoor dat wrijving minder is en dat vocht goed wordt afgevoerd. Wandelsokken zijn gemaakt van wol (neemt vocht goed op) en kunstvezels (vochtregulerend, waterafstotend en sneldrogend). Let er ook op dat sokken naadloos zijn. Duurdere wandelsokken hebben bescherming voor hiel en teen. Ook zijn ze voorzien van een links en rechts teken. Door bovengenoemde eigenschappen kan je blaren zoveel mogelijk voorkomen. Neem tijdens een tocht altijd een paar extra sokken mee, zodat je bij aankomst bij een hut of ander onderkomen altijd droge sokken hebt. Bespaar niet op wandelsokken.
  • Regenkleding: het dragen van een poncho in de bergen is niet handig. Je ziet niet waar je loopt en hij flappert storen in de wind. Een regenjas en -broek zijn praktischer. Een overbroek (regenbroek) beschermt je benen tegen regen en kou. Het is handig wanneer je een overbroek kunt aantrekken zonder je bergschoenen uit te hoeven doen. Een rits in de broekspijpen is daarvoor noodzakelijk.
  • Pyjama: Als je op een huttentocht gaat, dan is een pyjama ook wel handig om bij je te hebben. Vergeet niet dat je soms wellicht een slaapzaal (Matrazenlager) met anderen deelt.
  • Last but nog least: je zult niet de eerste of laatste zijn die thuis bij het inpakken een muts, wanten (of lichte handschoenen) en sjaal vergeet. Ze zijn echt onmisbaar, want hoog in de bergen kan het gedurende het hele jaar door, ook in de zomer, flink koud zijn. En wat dacht je van een petje of hoedje voor tegen de zon in je gezicht.

EHBO-set
In elke (dag-)rugzak moet een EHBO-set standaard aanwezig zijn. Mét op zijn minst pleisters (ook blaren pleisters en een reddingsdeken – verkrijgbaar in elke buitensportwinkel of in de winkel van de ANWB – die levensreddend kan zijn.

EHBO-set

Extra benodigdheden:

Voor onderweg
Dit zijn vooral de dingen die handig zijn om onderweg bij je te hebben:

  • Wandelkaart(en): Desnoods aangevuld met een kompas.
  • Waterfles: Bij elke gelegenheid die zich voordoet de waterfles bijvullen. Bewaar ten aller tijde een restje water in de fles! Dit kan bijvoorbeeld belangrijk zijn bij het schoonspoelen van een opgelopen wond.
  • Maaltijden: Afhankelijk van de tocht en het aantal rustmomenten. Tijdens een tocht waar toch hoogtemeters moeten worden overwonnen, verbrand je makkelijk tussen de 3500 en 4500 kcal per dag! Zorg dus, naast een stevig ontbijt, dat je onderweg geregeld kunt bijtanken. Energierijke snacks zoals noten, studentenhaver, mueslirepen (trage energie) of druivensuiker, chocolade (snelle verbranders) zijn essentieel.
  • Zonnebrandcrême
  • Zakmes: Zelf gebruik ik al dertig jaar de meest bekende. Tegenwoordig zijn er veel goede messen verkrijgbaar met meerdere functies.
  • Wandelstokken: Sommige vervloeken ze, anderen zweren erbij. Sommige vinden ze vooral nuttig tijdens het klimmen (verlicht de inspanning in de benen), anderen vooral tijdens het afdalen (om de knieën te sparen). Ze geven bijvoorbeeld ook extra steun, bij het oversteken van een wild stromende beek. Het afzetten van stokken en voeten vereist wel een goede coördinatie, dus enige oefening is gewenst. Wandelstokken niet noodzakelijk, maar bij bergtochten aanbevolen. Kortom, het is aan jou… Ze zijn wel onmisbaar als er sneeuwvelden moeten worden overgestoken.
  • Zonnebril: Een goede zonnebril die UV-straling tegenhoudt, is een ‘must’. Hoe hoger in de bergen, hoe feller het zonlicht. (Verse) sneeuw zorgt voor extra reflectie van het zonlicht. Dat kan leiden tot geïrriteerde ogen of zelfs tot sneeuwblindheid
  • Gamaschen: Wordt er sneeuw voorzien of ligt er nog een pak, dan zijn gamaschen een goed idee om mee te nemen.
  • Schoenborstel: Wandelschoenen kunnen onderweg nog wel wat vuil worden, door modder, etc. Een kleine schoenborstel om ze schoon te borstelen is altijd wel handig om bij je te hebben.
  • Mobiele telefoon: Neem de mobiele telefoon mee, maar bedenk dat er in de bergen niet overal bereik is!

Voor in de hut
Dit zijn vooral de dingen die handig zijn om in de hut bij je te hebben:

  • Slaapzak of lakenzak: In bijna alle hutten is een slaapzak nodig, een lakenzak is verplicht in de berghutten. Bij sommige hutten kunnen slaapzakken of dekens tegen betaling geleend worden. Informeer vooraf of dat bij de hut(ten) welke je aan wilt doen ook het geval is! Lakenzakken zijn bij buitensportwinkels te koop en zouden niet meer dan € 10 moeten kosten. Een gevouwen en half dichtgenaaide laken werkt ook.
  • Slofjes of slippers: Met bergschoenen mag je de gemeenschappelijke ruimtes van de berghut niet binnen. Leensloffen zijn aanwezig maar niet altijd in de goede maat (en staat). Lichte slippers kun je eventueel zelf meenemen, ook handig bij het douchen.
  • Klein kussen: Niet persé nodig, maar voor diegene die graag met een kussen slapen wel handig. Kan ook zo’n opblaasbare zijn.
  • Handdoek: Tegenwoordig heb je ook van die Microvezel handdoeken. Die zijn een stuk lichter en kleiner en je kunt ze voor meerdere doeleinden gebruiken. Ze staan bekend om hun goede absorberende kwaliteit en dat ze eenvoudig schoon te maken zijn.
  • Spullen voor persoonlijke hygiëne: Je hoeft er tijdens een huttentocht natuurlijk niet tip top uit te zien. Het is daarom niet nodig vele cosmetische producten mee te slepen. Maar het is natuurlijk wel aangenaam fris te blijven ruiken tijdens een tocht.
  • Contant geld: In de hutten kan niet gepind worden (in het hotel wel). Zorg daarom dat je voldoende contant geld mee hebt voor drankjes en de lunchpakketten voor onderweg.
  • Zaklamp: Een zaklampje voor in de hut is praktisch, vooral ’s nachts handig aangezien dan alle lichten uit zijn. Nog handiger is een hoofdlamp bij je te hebben, zodat je je handen vrij hebt.
  • Theezakje(s): In de meeste berghutten wordt van die kruidentheeën geschonken. Als je dat niet lekker vind (zoals ik), is een theezakje wat je zelf meegenomen hebt een goede uitkomst. Want warm water is altijd wel voor handen.
  • Oordoppen: Er zullen vrijwel altijd snurkende mensen in het gezelschap zijn. Je slaapt immers niet alleen in het ‘Matrazenlager’…

Altijd in de rugzak

Sommige dingen heb je altijd bij je, ook op dagtochten vanuit het dal: eten en drinken, een fleecetrui, jas en lichte regenbroek, muts en handschoenen, oriëntatiemiddelen en een nood- en EHBO-setje. Het noodsetje bestaat uit een aluminium reddingsdeken, zaklampje (voor wanneer de tocht uitloopt), zakmes, fluitje, mobiele telefoon, en reparatiemateriaal zoals sporttape en een stukje touw.

Algemene tips

Informeer bij een huttentocht vooraf of er gereserveerd dient te worden voor een hut. Het is erg vervelend in de bergen geen accommodatie te hebben.

Het kan zinvol zijn wat touw mee te nemen. Het neemt weinig ruimte in beslag, weegt nauwelijks iets, en kan handig zijn in het geval iets afgebonden of bevestigd dient te worden.

Afsluiter Outdoors